Eva Mulder, Monika Scholten en Melissa van Dorp

In JeugdzorgPlus verblijven kinderen met complexe, meervoudige problemen. Ook in de instelling vertonen zij ontregelend gedrag, van agressie tot zelfbeschadiging. Tot voor kort was het de gewoonte om kinderen gedwongen af te zonderen, met als doel de rust in de groep te bewaren en te zorgen voor veiligheid. Uit onderzoek weten we echter dat gedwongen afzonderen op de lange termijn niet werkt. Sterker nog, het kan een traumatische ervaring zijn, voor het kind zelf en ook voor begeleiders. Om die reden willen JeugdzorgPlus-instellingen stoppen met gedwongen afzonderen.

Uitkomsten onderzoek

Na 2,5 jaar werken aan verminderen van gedwongen afzonderen in JeugdzorgPlus is het eindrapport ‘Ik laat je niet alleen’ verschenen. Er is goed nieuws: kinderen in de JeugdzorgPlus worden significant minder tegen hun wil afgezonderd. Het einddoel, nul gedwongen afzonderingen, is echter nog niet in zicht. Gedwongen afzonderen komt nog steeds voor, terwijl we weten dat het schadelijk is voor kinderen. Sommige instellingen slagen erin om bestaande patronen van gedwongen afzondering een heel eind te doorbreken. In deze instellingen lukt het om iedereen in de eigen organisatie achter het doel te scharen en ook externe partijen hierbij goed te betrekken. Andere instellingen hebben hier meer tijd voor nodig.
Ook lukt het steeds beter om van en met elkaar te leren en kennis te delen. Alle instellingen worstelen wel met een combinatie van grote groepen, personele capaciteit, en gebrek aan tijd voor professioneel leren. Dit zijn een paar van de uitkomsten uit het actie-onderzoek “Ik laat je niet alleen”, waarin onderzoekers, ambassadeurs van alle JeugdzorgPlus-instellingen en ervaringsdeskundigen hebben samengewerkt om de weg naar nul gedwongen afzonderingen te plaveien.

Wat gaat er goed?

Er is in deze 2,5 jaar veel veranderd. Instellingen hebben vastgesteld wat ze onder gedwongen afzonderen verstaan.. Hieronder valt niet alleen plaatsing in de separeerruimte, maar ook het verplicht in de kamer moeten blijven. En niet alleen als er een incident is geweest, ook dagelijkse verplichte rustmomenten vallen onder gedwongen afzonderen en zijn dus iets waar de JeugdzorgPlus-instellingen mee willen stoppen. Zo merkt een jongere op: “Je wordt tijdens een verplicht rustmoment niet opgesloten op je eigen kamer omdat je iets fout gedaan hebt. Wij zijn niet het probleem. Het is verplicht voor alle jongeren en onderdeel van het beleid.” Inmiddels leggen alle JeugdzorgPlus-instellingen gedwongen afzonderingen op dezelfde manier vast. Zo houden ze overzicht over de stand van zaken en in hoeverre het lukt om gedwongen afzonderen te verminderen. Daarnaast komen ambassadeurs van de JeugdzorgPlus-instellingen elke zes weken samen om kennis en ervaringen uit te wisselen en met en van elkaar te leren. Drie jaar geleden was er incidenteel onderling contact, maar nu wordt er structureel samen geleerd. Tot slot daalt het aantal gedwongen afzonderingen naar aanleiding van incidenten gestaag en besluiten steeds meer instellingen te stoppen met verplichte rustmomenten. De gemiddelde duur van gedwongen afzonderingen daalt echter nog niet en de separeerruimte wordt zelfs vaker ingezet. Mogelijk komt dit doordat vooral incidenten met ernstige agressie nog tot gedwongen afzondering leiden (dan ook relatief vaak in de separeer), terwijl het lukt om bij minder ernstige incidenten afzondering te voorkomen.

Hoe verder?

Het project ‘Ik laat je niet alleen’ is onderdeel van het programma StroomOP. Het wordt eind 2021 afgerond en het is aan de JeugdzorgPlus-instellingen om vervolgens de beweging naar nul gedwongen afzonderingen gaande te houden. Wat is daarvoor nodig? Hieronder schetsen we de belangrijkste aanbevelingen.

1. Streef en blijf streven naar nul gedwongen afzonderingen: gedwongen afzonderen heeft nadelige effecten voor jongeren en medewerkers. Het is daarom belangrijk om de ambitie te hebben en houden om niet af te zonderen. Elke keer dat gedwongen afzonderen toch plaatsvindt is een kans om te leren en een volgende keer te voorkomen.

2. Investeer in professionals en draag zorg voor professionele ontwikkeling: stoppen met gedwongen afzonderen vraagt om een cultuurverandering in organisaties. Door professionals te ondersteunen met coaching, intervisie en supervisie, kunnen zij elke dag beter werken aan de bejegening van jongeren en alternatieven voor gedwongen afzondering . Alternatieven moeten aansluiten bij de jongeren en kunnen uiteen lopen van simpelweg buiten samen een rondje lopen tot de-escalerend werken of een methodiek zoals geweldloos verzet. 

3. Luister goed naar jongeren en benut ervaringsdeskundigheid: door samen te werken met jongeren aan hun eigen behandelplan, samen behandeldoelen te stellen, samen te werken aan perspectief en samen te evalueren als er toch een gedwongen afzondering is geweest, werk je samen aan het verminderen van gedwongen afzonderen. Werk ook samen met jongeren/ervaringsdeskundigen aan veranderingen in beleid, bijvoorbeeld als het gaat om stoppen met verplichte rustmomenten. Vaak hebben jongeren zelf de beste ideeën.

4. Leer van en met elkaar: de instellingen leren samen in het lerend netwerk. Dit is een effectief middel gebleken om kennis en ervaringen uit te wisselen en de beweging naar nul gedwongen afzonderingen te stimuleren. Bij leren hoort ook registreren: een daling van gedwongen afzonderingen wordt pas zichtbaar als je meet wat je doet. En meten geeft aanknopingspunten voor verbeteren. 

5. Verbeter de randvoorwaarden, vergroot het netwerk: om te stoppen met gedwongen afzonderen zijn kleinere groepen nodig, betere gebouwen en is het belangrijk om een goed opgeleid, vast team van medewerkers op de leefgroep te hebben. Dit vraagt niet alleen inzet van de JeugdzorgPlus-instellingen zelf, maar van de hele omgeving, van verwijzers tot lokale bestuurders.

Stoppen met gedwongen afzonderen kost tijd en vraagt om inzet op alle bovengenoemde gebieden. Die tijd hebben de JeugdzorgPlus-instellingen nodig. Maar het is ook tijd voor actie: er is geen tijd meer om achterover te leunen.

Lees hier het Eindrapport etappe 3 Ik laat je niet alleen.